Beeldentaal

Kinderen gebruiken beeldentaal tijdens het spelen, bewegen, tekenen, knutselen, bouwen en in de verhalen die ze vertellen. Geheel onbewust. Als we opgroeien raken we steeds meer thuis in de gesproken taal. We gaan ons bewust uitdrukken in woorden. Maar voor kinderen en jongeren is het vaak lastig om te praten over wat ze dwars zit en waarom. De actief beeldende therapie gaat er vanuit dat de beelden waarin zij zich onbewust uiten op een dieper niveau zichtbaar maken wie ze zijn en wat ze nodig hebben.

Stil

Mijn moeder zegt dat ik me meer moet uiten
mijn vader zegt we vinden je zo stil

Zal ik miauwen wat ik zeggen wil
of zal ik wat er is naar buiten fluiten

Ik piep misschien of oehoe als de uilen
ik knor of kwaak of kras of blaf of blaat

want als ik nu te mensenachtig praat
moet ik vast veel te mensenachtig huilen

(gedicht: Joke van Leeuwen)

Actief beeldende therapie is geen “praat” therapie. Jongere kinderen komen vooral spelen, tekenen, bouwen, boetseren, verhalen maken of op een andere manier beeldend bezig zijn. In een fijne omgeving kunnen zij zich uiten en ervaringen verwerken. De beeldentaal blijft voor de jongere kinderen onbewust. Samen met de ouder(s)/opvoeder(s) kijk ik naar wat de beelden van het kind vertellen. Zo wordt steeds meer, bewust, zichtbaar wat hun kind nodig heeft.

Jongeren worden zich steeds meer bewust van de eigen beeldentaal en naar behoefte kan een gesprek over de betekenis van het gemaakte werk bij de therapie horen. Zo leert de jongere zich steeds meer bewust en reflecterend in het dagelijks leven te bewegen.